Deze brief is bij wijze van uitzondering ook voor iedereen gratis te luisteren op Patreon.
Beste Bryan en Orkun,
Allebei gefeliciteerd met onze 16e landstitel! Even voor Orkun: normaal schrijf ik alleen aan Bryan en leg ik uit hoe het Feyenoord-leven in elkaar zit. In mijn vorige brief legde ik uit dat ik niet bij de kampioenswedstrijd zou zijn omdat mijn vrouw op het punt van bevallen stond. Nou, dat punt is op 20 mei gekomen! We zijn de trotse ouders van een 4130 gram wegende, 52 centimeter lange, oersterke jongen. Na letterlijk langer dan 9 maanden te dubben over zijn naam, wisten we het na zijn geboorte best snel…
Waarom duurde het zo lang om hem een naam te geven? Nou, hij is onze tweede zoon. De eerste heet Leo Erhan Wierda. Tuğçe (mijn vrouw, dus) wist lang voor ze mij ontmoette dat ze Leo een heel mooie naam zou vinden voor als ze een zoon zou krijgen. En ik wist al heel lang voor ik haar ontmoette dat ‘happy wife’ ook ‘happy life’ betekent. Dus die stond vast. Erhan is de naam van haar in december overleden vader.
Voor een meisje hadden we ook een heel mooie naam, maar toen kwamen we er rond kerst dus achter dat er een jongetje aan zat te komen… En toen was de inspiratie opperdepop! Althans, we hadden geen échte kandidaat. Zo’n naam is natuurlijk best wel belangrijk, dus daar zit een enorm proces aan vast. De eerste namen die wegvallen, zijn namen van mensen die je een lul met ogen vindt. Laat ik het zo zeggen, ik denk niet dat ik mijn kind gauw Steven of Dusan zou noemen.
Dan kom je bij de namen die je gewoon niet zo mooi vindt. Sorry, Bryan.
Vervolgens heb je ook namen van mensen die je wel prima vindt en námen die je ook prima vindt, maar waarvan je vindt het wel iets te veel eer voor die mensen. Ze hoeven niet te denken dat je kind naar ze vernoemd is.
Wat dit hele proces nog moeilijker maakte, is dat ik mijn zoon wél wilde vernoemen naar mijn beide vaders. Zoals Leo ook naar de vader van zijn moeder is vernoemd. Als product van gezond gescheiden ouders, heb ik een even goede relatie tot mijn vader als mijn bonusvader (die term heb ik trouwens van de Grote Jopie Brinkel). Alleen kent mijn vrouw Adri en Hans dus als twee oude kerels en vond ze dat niet zo’n geschikte roepnaam. Dus worden dat zijn tweede en derde voornaam.
Dus dan moet je nog een échte voornaam hebben. Tuğçe is Turks en het laatste deel van onze zoon zijn naam zou Adri Hans Wierda zijn. En we wilden wel dat er óók iets van zijn Turkse roots uit zijn naam zou blijken. Alleen heten wij dus Sjoerd en Tuğçe. Bryan, dat zijn fucking onmogelijke namen in bijna alle landen waar ze geen Nederlands respectievelijk Turks spreken. Dus daarmee viel een favoriet van mijn vrouw wel af: Barış. Dat betekent ‘vrede’ en is de voornaam van haar favoriete zanger Barış Manço. Ik wil gewoon niet dat mensen ‘Baaris’ gaan zeggen.
We hebben tijdens de zwangerschap nog even gespeeld met het idee om hem Max Barış Adri Hans Wierda te noemen, omdat ik Max wel een mooie naam vind. Maar dan heb je dus én het probleem dat z’n naam bijna uit z’n paspoort flikkert, maar ook dat mensen denken dat ik m’n zoon naar één of andere PSV-supporter uit België heb vernoemd. Het is prima dat andere mensen daar zin in hebben, maar ik denk bij het nummer 33 gewoon aan Dávid Hancko, Cyriel Dessers en Eric Botteghin.
En ik vind het vernoemen van je kind, qua roepnaam, ook wel een heel groot ding. In mijn beleving roept het ook verwachtingen op. Voor het kind, maar vooral voor degene waarnaar het kind vernoemd is. Die moet dan in jouw ogen ongeveer perfect zijn. Dat is te doen als je je kind naar een familielid vernoemt waar je een geweldige relatie mee hebt. Die kan dan toch nooit meer stuk. Of als je je kind Jesus, Mohamed of Diego Armando noemt. Maar ik ben zelf niet religieus.
De keuzestress duurde dus voort tot de dag van de geboorte. Toen zagen we dat hij overal haar had en al meteen zijn hoofdje zelf omhoog kon doen. Hij was bijna de helft zwaarder dan z’n grote broer bij de geboorte was. We wisten dat er nog één echt geschikte naam was. Een naam die heel veel uitstraalt. En daarom presenteer ik met trots: Orkun Adri Hans Wierda.
Maar heb ik hem dan vernoemd naar de aanvoerder die ons toevallig even kampioen heeft gemaakt dit jaar? Nou, niet helemaal. Orkun is vooral een mooie naam die toevallig die gigantische waslijst aan vereisten heeft doorstaan. Maar Orkun Kökçü is voor mij wél de inspiratie voor die naam geweest. En er zijn een hele hoop redenen waarom ik vind dat hij die eer verdient. Zoals ik ook hoop dat mijn zoon Orkun op veel vlakken inspiratie uit hém haalt.
We leerden Orkun Kökçü kennen als een getalenteerde voetballer. Dat is niet per sé iets wat ik van mijn eigen kind verwacht. Maar ik ga wel mijn best doen om te zorgen dat hij genoeg dingen mee krijgt, zoals talenten en mogelijkheden. Zodat hij daar uiteindelijk zelf een mooi leven mee kan ontwikkelen.
Dat hebben we bij Kökçü ook gezien. Hij heeft zich op het juiste moment in zijn carrière gerealiseerd dat hij het met zijn talent alleen niet ging redden. Hij stond open voor het moment waarop hij wakker werd geschud door Arne Slot. Hij is meegegaan met Tyrell Malacia naar vader en zoon Kroon en is zich de blubber gaan werken om zo pas écht de vruchten te plukken van wat hem gegeven was.
Na het kampioenschap vertelde hij dat hij een moeilijke fase heeft doorgemaakt. Zonder het aan de grote klok gehangen, heeft hij hulp gezocht met zijn slaapproblemen. Bij zijn familie (wat mijn Orkun natuurlijk ook zijn leven lang mag doen), bij zijn coach en bij een gedragscoach. Hij is erdoorheen gaan werken. Uiteindelijk is hij naar Mekka gegaan met zijn vriend Mo en heeft hij daar iets meegemaakt waardoor hij in letterlijke zin innerlijke rust heeft gevonden.
Zoals ik al zei, ben ik niet religieus (buiten Feyenoord, dan). Maar dat betekent niet dat niets mij kan inspireren en ik geen levensveranderende ervaringen kan hebben. Ik geloof wél dat hij de kracht in zichzelf gevonden heeft, maar het maakt niet uit wat ik daarvan geloof. Als hij het maar ergens vandaan haalt. Dat hoop ik ook voor mijn Orkun.
Orkun Kökçü vertelde overigens wel wat hij vanwege het geloof niet de One Love-band wilde dragen. Daar heb ik toen ook een brief over geschreven. Want op dat punt hebben we een fundamenteel verschil in opvatting. Mijn Orkun zal wel een zodanige opvoeding krijgen dat het me erg zou verbazen als hij níet zo een band zou dragen. Maar ik heb niet de illusie dat hij zijn hele leven lang over alles precies hetzelfde zal denken als ik. En als hij voelt dat hij een impopulaire keuze moet maken, hoop ik hem erbij te helpen. Als steun en klankbord, maar ook met kritiek. Ik zal ook mijn best doen om te zorgen dat hij klaar is om te dealen met de gevolgen van belangrijke keuzes.
Ik vind namelijk dat Orkun Kökçü ook ná die dag een enorme groei heeft laten zien. Hij is in én buiten het veld een echte leider geworden. Hij combineert gecontroleerde passie (zijn interview na de Klassieker in Amsterdam) met ongecontroleerde passie (hoe hij juicht na een goal). Hij heeft humor (‘Hé, Mats, aanstekertje zeker?’) en volwassenheid (de door hem georganiseerde Iftar voor arme families in het Maasgebouw). Maar het belangrijkste is zijn compassie. Dat heeft hij vaker met zieke supporters laten zien, zoals na Excelsior-uit. En na de huldiging ging hij ook mee met Bijlow naar de zieke mensen vooraan. Om vervolgens nog een toefje bescheidenheid te demonstreren door Justin daarvoor de credits te geven.
Nou ja, je snapt het. Ik vind Orkun Kökçü wel een held. En hij is pas 22. Dat betekent ook dat hij nu nog heel veel jaar te leven heeft. Daarin zal hij dingen doen en zeggen die ik tof vind, en dingen die ik niks vind. Daarom zeg ik niet dat Orkun Wierda naar hem is vernoemd, maar wel door hem is geïnspireerd.
En ik hoop dat Orkun Kökçü ons nog heel lang mag inspireren.
Tot gauw,
Sjoerd