Brieven aan Bryan 7 – Het Kampioenschap is van iedereen

Deze brief is voor alle Patrones te luisteren via Patreon!

Beste Bryan, 

Het spijt me dat het zo lang heeft geduurd voor ik je weer een brief stuurde. Ik heb heel veel pogingen gedaan. Maar die zijn een beetje zoals veel creatieve spelers in De Kuip: voortvarend aan een ingeving beginnen om vervolgens vast te lopen en in de vergetelheid te verdwijnen. Anyway, het gaat wel goed met Feyenoord. 

Je hebt het natuurlijk meegekregen toen het eventjes niet zo goed ging! Je zat zelf foeterend op de bank Jens te appen terwijl we weer verloren van die kutclub uit dat toeristendorp in Italië. Een smetje op het seizoen, net als de uitschakeling in de halve finale van de beker en hoe die, eeh, tot stand kwam. Als je het gemist hebt: de vlam was in de pan geslagen op het veld, maar iemand op de tribune wilde dat echt zeker weten. 

Het zijn voetnoten in een verder fenomenaal seizoen. We gaan zondag glansrijk de titel halen en zelfs de meest verstokte Ajacieden en PSV-ers zeggen niet langer dat we dan ‘kampioen van de armoede’ zijn. Ik durf zo ver te gaan dat dit het beste Feyenoord is dat ik ooit écht bewust heb gezien (mijn eerste seizoenkaart was in 02/03). De overmacht waarmee wij onze wedstrijden winnen is echt ongelooflijk. 

Sommigen van ons zijn daar een beetje verwend door geraakt. Zo hoopten veel Feyenoorders dat concurrent PSV zou winnen van Sparta, zodat we niet in een uitwedstrijd de schaal zouden krijgen. Ikzelf hoorde daar niet bij en wilde dat we het zo snel mogelijk zouden beslissen. Nobel en puur van me, hè? Nou, niet echt. Ik schaam me namelijk een beetje voor de échte reden dat ik op een West-Rotterdamse winst hoopte. 

Hoe komt dat? Daar moeten we een paar maanden voor terug. Nou ja, een paar… Negen. Mijn vrouw is uitgerekend om te bevallen van ons tweede kind op 15 mei. Dat is natuurlijk geweldig en ik voel me gezegend dat ik met de vrouw van mijn dromen getrouwd ben en we zelfs een twééde kind gaan krijgen. En dan wordt Feyenoord ook nog kampioen. Alles wat mijn hartje begeert, toch? 

Alleen woon ik dus in Stockholm. Dus wat er ook gebeurt: ik mis Go Ahead-thuis. Van de week heb ik zelfs mijn kaart al weggegeven aan een maat van me. Ik heb het hele seizoen geweten dat ik er niet bij zou zijn als de prijzen verdeeld worden. En, Bryan, dat valt me zwaar. Het is zelfs niet overdreven om te zeggen dat dit voor mij persoonlijk een schaduw heeft gelegd op het succes van dit seizoen. Dat lijkt misschien aanstellerij. Sterker nog, misschien kan Dusan Tadic er nog een puntje aan zuigen. Maar ik ga toch proberen uit te leggen waarom ik het zo voel. 

Het heeft eigenlijk alles te maken met wat je jezelf vertelt in de magere jaren. De jaren van het Grote Hopen. Als je thuis op 0-2 achter komt tegen NAC, als je vernederd wordt door AS Trencin, als je Japie Stam met Luciano Narsingh en Liam Kelly uit de helikopter ziet stappen (en zelfs dan nog teleurgesteld wordt), als de wedstrijden in coronatijd je nóg depressiever maken dan je al was en als je met het schaamrood op de kaken wint van Drita (wat trouwens een schande was). 

Dan vertel je jezelf: wij zijn Feyenoord. Hoe slecht het nu ook gaat: er komt een dag dat wij weer feest mogen vieren. Dat we weer een echt grote prijs winnen. Het leven van een voetbalsupporter is een lange golfbeweging. Feyenoorders hebben daarbij de pech (gehad, hopelijk) dat de dalen vaak wat groter zijn geweest dan de pieken. Maar het geluk van de Feyenoorder is dat wij supporters met zovelen zo fanatiek zijn, dat we er al-tijd wel weer bovenop komen. Omdat er uiteindelijk weer talentvolle mensen doorheen komen die graag voor deze mooie club willen werken. 

Nou goed, dat wil ik nog wel een keer dieper uitleggen. Maar het punt is dat we onszelf terecht voorhouden dat er altijd glorie in het vooruitzicht ligt, waarbij de vraag alleen is wanneer het gebeurt. Maar áls het gebeurt, is het resultaat; de culminatie daarvan 1) het winnen van een echte prijs en 2) het vieren van die prijs op de Coolsingel. Bij minstens één van die twee wil je heel graag aanwezig zijn. En ik mis het nu allebei, terwijl ik wel een seizoenkaart heb en me een onredelijk deel van mijn dag bezig hou met de club. 

Ja, het is om de beste reden denkbaar dat ik er niet bij ben en néé, ik kom ook niet als mijn baby morgen geboren wordt en m’n vrouw zegt: ‘Ga maar’. Ik wil helemaal niet weg tijdens de eerste dagen van het leven van mijn zoon. Ik wil dat gewoon meemaken en zelfs als ik het niet zou willen, heb ik als man en vader natuurlijk gewoon verantwoordelijkheid die zwaarder weegt. 

En ik weet ook dat heus niet elke Feyenoorder bij de wedstrijd of op de Coolsingel kan zijn. Mijn eigen vader heeft een operatie aan zijn enkel gehad en heeft de laatste wedstrijden van het seizoen ook gemist, terwijl hij altijd trouw is gegaan. En ik weet dat er mensen zijn die vinden dat je sowieso alles moet laten wijken om de club in het stadion te steunen. Ik weet dat jij in je eentje in Japan zit. Ik weet dat er Feyenoorders zijn die gaan strijken tijdens de wedstrijd om het juist níet mee te hoeven maken. Eigenlijk is dit Les 9: Alle Feyenoorders beleven Feyenoord op hun manier en dat is helemaal oké. 

Alleen steek ik dan zo in elkaar dat ik altijd toe leef naar de momenten dat ik er wel bij kan zijn. Dat ik dingen anders ga plannen, dagen ga ruilen en tickets ga boeken. Maar nu ik bij het grootste succes van de afgelopen 6 jaar afwezig ben, voelt het een beetje anders. Doordat ik het echte kampioensfeest ga missen, voelt het voor mij alsof ik er deze keer niet echt bij hoor. Alsof het niet ook mijn feest is. 

Dat gevoel komt alleen wel uit mijn onderbuik. Mijn hersenen zijn zich bewust van Les 10: Het kampioenschap is van elke Feyenoorder. Maar dat weet iedereen, dus dat ga ik niet helemaal in een brief uitleggen. 

Ik hoop desondanks dat mijn onderbuikgevoel ook oké is. 

Ik hoop dat jij zondag na je eigen wedstrijd tegen Gamba Osaka nog lekker kunt opblijven om Feyenoord – Go Ahead Eagles op jouw manier te beleven. 

Ik hoop dat we allebei bij de volgende kampioenswedstrijd aanwezig kunnen zijn. 

Ik hoop dat die wedstrijd volgend jaar gespeeld wordt. 

Ik hoop dat we elkaar dan ook op de Coolsingel zien. 

Maar het meeste hoop ik dat ik op een dag ook mijn twee jongens mee zal nemen naar De Kuip. 

Tot gauw Bryan,

Sjoerd